Hobbiton, Black Water Tubing en een Maaskantjecamping...

7 februari 2015 - Wellington, Nieuw-Zeeland

We stonden vroeg op, vandaag zou een drukke dag worden! Allereerst gingen we op weg naar Hobbiton! De moviesetting waar ze (delen van) de verfilming van de Hobbit hebben gemaakt, namelijk "the Shire", het Hobbitondorpje waar de Hobbits wonen! En aangezien het de afgelopen jaren de traditie is geworden om met de uitkomst van de nieuwe films deze met het hele gezin van Bas in de bioscoop te bekijken (al is het dit jaar anders, maar toevallig genoeg we allemaal alsnog dezelfde dag naar de bioscoop waren gegaan om de laatste film te bekijken), konden we het natuurlijk niet nalaten om deze plek over te slaan!

Het was maar een klein stukje rijden vanaf de Chernobyl zwembaden naar de movieset en we hadden de vorige dag al gereserveerd voor de eerst mogelijke tour. Niet alleen had dat als voordeel dat we na de tour de rest van de dag nog voor ons hadden, maar toen we aan kwamen rijden, was het park ook nog vrij rustig en hadden we genoeg keuze om een parkeerplaats te vinden. En zodra je aankomt rijden, is het al alsof je in een andere wereld stapt. Alles is in het thema van de Hobbit en Lord of the Rings (al is Ash nog niet helemaal fan van de Lord of the Rings, de Hobbit doet haar langzaam bekeren...) We werden opgewacht door Gandalf en natuurlijk konden we het niet laten om daar zo toeristisch mogelijk mee op de foto te gaan! We waren allemaal zo opgewonden als kleine kinderen in een snoepwinkel, we gingen naar Hobbiton! De tickets opgehaald en nog even geduld hebben tot we de bus in mochten. Nog een voordeel van zo vroeg aanwezig zijn, ook zo vroeg in de rij staan om op de voorste rij in de bus te kunnen zitten!

Via een weggetje wat speciaal door het Nieuw Zeelandse leger was aangelegd, door diverse hekjes, dwars door de schaapjes weilanden heen, kwamen we dan echt bij de omheining van het terrein. De opnames van deze films werden zo serieus genomen door de Nieuw Zeelandse regering dat er tijdens de opnamens zelfs een vliegverbod boven de gehele omgeving gold, om het beeldmateriaal te beschermen. Als je toch werd betrapt, werd het filmmateriaal in beslag genomen en je vliegbrevet voor je leven lang afgenomen.

Onze gids, Georgia, was een grappig vrouwtje wat leuk vertelde. Voor we naar binnen mochten, natuurlijk nog even snel op de foto met het welkomstbord en daarna eindelijk over hetzelfde pad als Gandalf en Bilbo the Shire binnen! We're going on an adventure! En wauw! We bevonden ons niet meer in onze wereld, maar in de wereld van Hobbits! Het uitzicht zodra je over het heuveltje aan komt lopen is precies zoals in de film; prachtig, indrukwekkend, vredig en fantastisch gedetaileerd.

In de tijd dat Sir Peter Jackson, de regisseur, het landschap van de Familie Alexander had ontdekt, was de familie akkoord gegaan op de voorwaarde dat ze het landschap weer zo zouden achterlaten zoals ze het hadden aangetroffen. Maar echter na het succes van de Lord of the Rings serie, en de wens van Sir Peter Jackson om de locatie ook voor de Hobbit trilogie te gebruiken, had de familie Alexander wakker geschud. Dit keer hadden ze de voorwaarde gegeven dat ze het land mochten gebruiken, maar dat ze het zo moesten bouwen dat het nog minimaal 50 jaar zou kunnen blijven staan! Ze roken natuurlijk de toeristische mogelijkheden en zagen de dollartekens al in hun ogen!

We liepen over het pad de vallei in en de enorme groentetuin waar we door heen liepen leek wel echt, zo mooi was het gemaakt. Maar wat bleek, deze was ook echt! De hele set werd zo goed mogelijk onderhouden en er waren minimaal vijf tuinmannen fulltime bezig om alle gewassen, groentjes, bomen, grasjes, paden en natuurlijk de Hobbithuisjes te onderhouden! En alle groente die uit de tuintjes kwamen, werden gebruikt in het café aan het eind van de tour "The Green Dragon" en de overige gewassen werden verdeeld onder de medewerkers. Super leuk!

Een ander fantastisch weetje over de Hobbit gaat over de schapen. Behalve dat regisseur Sir Peter Jackson een ontzettende perfectionist was, had hij ook enorm oog voor detail. Daarom vond hij de Nieuw Zeelandse schapen niet goed genoeg voldoen aan de beschrijving zoals in het boek, daarom heeft hij een speciaal soort schapen uit Engeland laten overvliegen om in de film te acteren! Deze schapen noemen ze op de set dan ook wel stuntsheep.

De pruimenbomen uit de omschrijving van het boek, waren niet zoals de pruimenbomen zoals ze groeiden. Daarom werden er appel- en perenboompjes geplaatst die meer aan het formaat voldeden, werden de vruchten eraf gehaald, net als de blaadjes en vervangen door kunstmatige pruimen en blaadjes die er met de hand één voor één aangemaakt moesten worden! De oude eikenboom die boven Bilbo's huis stond, was voor de eerste films van Lord of the Rings uit een ander gebied van Nieuw Zeeland gehaald, in stukjes gemaakt en naar The Shire gebracht, waarna hij weer in elkaar werd gezet en aan de omschrijving voldeed. Voor de Hobbit Trilogy, die zich zestig jaar eerder afspeelt in de chronologie, moest dus eenzelfde boom worden gevonden, maar dan zestig jaar jonger! Omdat dat niet te doen was, hebben ze een kunstmatige boom gemaakt, met een ijzeren frame, siliconen bast en kunstmatige blaadjes, minimaal 250.000 stuks! En toen de boom eenmaal in elkaar was gezet, vond de heer Sir Peter Jackson dat de blaadjes niet de juiste kleur hadden, en dus zijn alle 250.000 blaadjes met de hand opnieuw geschilderd, totdat meneer de regisseur tevreden was! En het was wel een beetje te zien. Door het zonlicht en de andere bomen erom heen, viel het ons nu wel op dat het inderdaad een beetje nepperig eruit zag.

De vijver in het midden van de groentetuin was tijdens de bouw van het dorpje bezet door een familie kikkers. Maar omdat er geen kikkers in de omschrijving van Tolkien stonden, moest de hele kikkerfamilie worden geëvacueerd om na het filmen weer teruggezet te kunnen worden. Deze kikkerfamilie woont er nu nog steeds.

We liepen door langs de Hobbithuisjes, langzaam richting één van de hoogtepunten; Bilbo's huis. Echter viel het ons al wel op dat sommige deurtjes van de Hobbithuisjes groter of kleiner waren dan andere. Dat hadden ze expres gedaan, hierdoor konden ze perceptieverschillen creëren! Gandalf is in de boeken een stuk groter dan een Hobbit, dus als Gandalf in beeld kwam, gebruikte ze een zogenoemde 60% huisje. Voor de dwergen, die iets groter waren dan Hobbits, werden de 90% huisjes gebruikt en voor de opnames met Hobbits werden de 100% huisjes gebruikt! Zo hadden ook alle rekwisieten, zoals tuinhekjes, kruiwagentjes, ladders, etc. allemaal hun eigen stuntdubbel in een ander formaat!
Bilbo's huis was net als alle andere Hobbithuisjes fantastisch mooi gemaakt. Ook hier waren de details indrukwekkend. Door middel van de raampjes in het heuveltje waar de bloempotjes achter de gordijntjes in de vensterbank stonden, de schoorstenen die rokend en wel uit de heuvel omhoog kwamen en de voortuintjes die ingericht waren alsof er dagelijks gebruik van werd gemaakt. Het was echt heel erg leuk om daar door heen te lopen. Als je je bedenkt dat er achter die deurtjes niks meer dan een kleine holle houten ruimte bevindt en alle "binnen"scènes op een andere locaties zijn opgenomen, gaat de magie er bijna af. Maar als je die gedachte snel weg duwt, dan lijkt het een fantastisch mooie plek om te wonen.

Aan het eind van de tour kwamen we langs het veld waar Bilbo zijn feest had gehouden. En omdat een feestje pas echt gezellig wordt als er een biertje wordt geschonken, liet Sir Peter Jackson dan ook echt bier met alcohol serveren tijdens de opnames van die takes. Echter werden er drie nachten achter elkaar opnames gemaakt, waarvan ze minimaal 20 tot 30 keer per nacht opnieuw moesten, waarbij de glazen dus ook weer gevuld moesten worden, hadden de biertjes slechts één procent alcohol...

En wij mochten ook biertjes proeven! Zoals Georgia zei, het is ergens op de wereld vijf uur geweest! Dus op naar "the Green Dragon" waar we ieder een ander smaakje probeerden. Wat een super leuke tour was dit! Maar dat was nog niet alles voor vandaag! We hadden nog meer leuke activiteiten op de planning. We waren niet voor niks zo vroeg opgestaan.

Na een iets langer ritje kwamen we in het Waitomo gebied, daar waar diverse grotten dienst deden om toeristen te vermaken. En dan vooral de grot met de glimwormpjes! We hadden via een brochure bekeken wat we wilden doen, want om nou in een ouwelullenbootje te gaan zitten om door de grotten heen te varen leek ons helemaal niks. Zeker niet als de dezelfde route met tubes (zwembanden) en wetsuits kon doen! We hadden Annelies al snel overgehaald, die is wel in voor dit soort dingen! Maar we moesten Edward een klein beetje om de tuin leiden voor hij akkoord ging. Toen we eenmaal aan de balie stonden en hem duidelijk werd wat de bedoeling was, wilde hij bijna terugkrabbelen, maar dat lieten we natuurlijk niet gebeuren!

Wetsuits werden met pijn en moeite aangetrokken, tja dat gaat nog niet zo makkelijk als je denkt en de laarzen werden aangedaan, helmen op, lampje getest en we konden gaan! We werden begeleidt door een Duitse jongedame en een NieuwZeelandse (?) jongeman die ons alsjeblieft op het hart drukte om niet in de wetsuits te plassen, want het water in de grotten was vers water en geen zout water, dus zou je gaan stinken. En zij moesten dan daarna de pakken schoonmaken. En toen de groep voor ons terugkeerde, roken we er bij een paar toch een rare lucht...

De Ruakari Grot waar we ingingen, was vernoemd naar de honden waar de Maori krijgers het vroeger mee aan de stok hadden gekregen. De Maorikrijgers waren op zoek naar voedsel toen ze werden aangevallen door de wilde honden. Ze hadden het eten achter moeten laten, toen ze de grotten in waren gevlucht. De volgende dag kwamen ze terug om de honden af te maken, maar uit respect gebruikten ze alles wat de honden hadden. Het vlees voor het eten, de botten om gereedschappen te maken en de huid om kleding van te maken. En in de grote strijd die volgde tegen een andere Maori groep, won de groep met de hondenjassen en ook de daaropvolgende oorlogen hadden ze gewonnen. Daarom hadden ze de grotten naar de honden vernoemd. Boehoe. Edward vindt het maar een stom verhaal, want ze hadden gewoon honger en daarom aten ze de honden op. En ze hadden het koud dus gebruikten ze de huid. Niks geen speciale magische krachten.

Voor we de grot ingingen, kreeg de groep nog een korte instructie. We moesten de banden uitzoeken, en die zou goed zijn als je hem om je kont hing en er als een krab mee rond kon lopen zonder deze van je kont afviel en we moesten op de grond in een rijtje achter elkaar zitten en de voeten onder de oksels van de voorganger stoppen om zo een "Human Eel" te maken en elkaar niet kwijt te raken in de grotten.

Daar gingen we dan echt! En wat een spannend gevoel! Tot wel 65 meter onder de grond! Door een kleine doorgang in een bos, waarvan je denkt hoe iemand dat in godsnaam ooit heeft kunnen vinden, gingen we de grot in en werd alles gelijk al donker. Door de hoofdlampjes konden we elkaar zien en konden we onze entree in het water maken. Brr, dat water was koud! Het was niet voor niks dat we de wetsuits aanhadden. Met de tubes om onze arm liepen we verder de grot in en door het stroompje naar beneden. De eerste glimwormpjes zaten al op de muren! Dat was grappig, kleine zwarte wormpjes met lichtgevende groene eindjes. Later vertelde de gids dat glimwormen eigenlijk helemaal geen wormen zijn, maar maden van de fungusvlieg! En door middel van een soort spuug maken ze hun "deadly fishinglines" waar de insecten aan vast blijven kleven zodra ze op de lichtjes afkomen. Dan wordt de buit binnengehaald en opgegeten. Het lichtgevende einde van de made is de chemische reactie van de insecten die de made opeten. Eigenlijk zie je dus geen lichtgevende wormen of maden, maar Shiny SHIT! En zodra de made uitkomen tot echte vliegen, zoeken ze het eerste dichtstbijzijnde vrouwtje op, neuken erop los en vallen vervolgens dood neer. De vrouwtjes hebben iets minder moeten doen, en hebben nog de energie om de eitjes te leggen en valt daarna dood neer. Dus eigenlijk zijn de glimwormpjes niet meer dan made die lichtgevende poep uitstoten en zich vervolgens letterlijk suf neuken!

Nadat we stukjes hadden gelopen door de grot en de stroompjes, kwamen we bij het eerste watervalletje. Dat was waar we de tubes in ieder geval voor nodig hadden, namelijk om achterstevoren, billen eerst, van de waterval af te springen en op de band in het water te landen! Dat was waar Edward zo bang voor was geweest en hij eigenlijk absoluut niet wilde doen. Maar toen we eenmaal gesprongen hadden, was hij de eerste die nog een keer wilde! In de lange slang van tubes en mensen, dreven we verder de grot in. We deden onze lampjes uit, en de hele grot werd verlicht door de schijnende poepjes van de maden. Ondanks dat het niet echt een smakelijk verhaal is, was het wel heel erg leuk om te zien!

Na een warme douche en een welverdiend en inclusief kommetje tomatensoep en bagels, gingen we weer op weg. We hadden nog maar twee dagen op het Noordereiland en we moesten nog helemaal naar het zuiden rijden voor de boot. Daarom reden we nog een stukje door. We kwamen uit in de omgeving van Lake Taupo en het dorpje National Park wat naast een National Park lag. Daar gingen we op een campingspot staan waar we na veel moeite en een beschadigde campervan eindelijk een plekje konden vinden. Met het draaien in de bocht had Edward een grote steen over het hoofd gezien! Die heeft nu een mooie deuk in de onderkant van de zijdeur en het kapje van de verwarming gemaakt. Maar goed dat Bas ducttape bij zich heeft, repareert alles!

Na een koude, natte nacht waarin Ash nog nooit zo snel een wild plasje had gedaan en Bas en Ash nog verkoudener wakker werden dan toen ze gingen slapen, gingen we maar weer op weg. We reden richting het meer, maar het weer werkte niet helemaal mee. Het was heiig, miezerig en koud en de uitzichten waren lang niet zo mooi als ze hadden kunnen zijn. We kwamen aan de rand van het meer, maar ook daar viel het tegen door het weer. Nou ja, in ieder geval is het wel een dag waarin we lekker veel afstand kunnen afleggen. We stopten onderweg nog even bij een War museum, waar Ash er voor koos om lekker in het café te blijven en de rest het museum ging ontdekken.

We reden door naar het stadje Feilding, waar we een camping zouden opzoeken. Het stadje zelf zag er redelijk uit. De weg richting de camping werd omringd door gloednieuwe villa's, alleen de camping zelf was niet helemaal meer wat het ooit was geweest. Het mannetje achter de balie was nog ouder dan Koningin Elizabeth en moest zijn lippen minimaal 95 keer per minuut natlikken om te kunnen functioneren. Behalve het geld was hij nergens in geïnteresseerd en even waren we bang dat hij eronder zou bezwijken, maar het lukte hem om ons uit te leggen waar we konden staan. Jeetje, wat een avontuur. De camping was minimaal net zo oud als de man, maar redelijk onderhouden. We reden door een paadje met caravans en oude campers die er ook al minimaal twee of drie decenia leken te staan, maar ons plekje was mooi in het zonnetje.

Annelies en Ash gingen boodschappen doen, terwijl Edward en Bas de campervan leegden, schoonmaakten en weer bijvulden. We aten een heerlijk gegrild kippetje met gebakken aardappeltjes en de aangemaakte sla met eigen gemaakte croutons, rood uitje, paprika, tomaat en een gekookt eitje. Wederom een geslaagd avondmaal, en dat vanuit een campervankeuken!

We hadden deze camping tot Maaskantjecamping gedoopt, want behalve het oude mannetje en de oude inwoners, waren ook de aso's en tokkies aanwezig. Sjongejonge, wat je al niet tegenkomt in het fantastische dorpje Feilding in de middle of nowhere midden North New Zealand! Zoals Annelies het mooi verwoordde: Een prachtige inspiratieplek voor een nieuw verhaal van Stephen King!

Het was alweer zaterdag. De tijd op het noordereiland was al bijna voorbij. De boot zou de volgende ochtend al om half negen 's morgens vanuit Wellington vertrekken. Dus we moesten ergens in de buurt overnachten. We reden vlotjes die kant op en hadden al vrij vroeg op de dag een plekje gevonden. Maar omdat we nog de halve dag voor ons hadden, gingen we maar op zoek naar iets te doen in de omgeving van Wellington. Daar kwam onze grote vriend TripAdvisor weer goed van pas. Deze raadde ons aan om naar het Te Papa National Museum te gaan, met stip op nummer één. Nou ja, dat moesten we dan maar proberen.

En eerlijk is eerlijk, het museum was een absolute verrassing. Het was niet alleen enorm groot, maar ook ontzettend divers, interactief en modern! Het ruim vier-en-een-halve-voetbalveld-grote gebouw was opgedeeld in diverse gallerijen en tentoonstellingen, die zowel de oude Maori cultuur als de huidige en de Europese cultuur weerspiegelde. Bovendien was er een hele tentoonstelling over het ontstaan van de Nieuw Zeelandse aardbodemplaten (Geo Nerd Ash was helemaal in haar element) en een simulator van een aardbeving, de invloeden van native en geïntroduceerde diersoorten, een jongvolwassen walvissenskelet en een op sterk water gezette Giant Squid, diverse Maori gebedshuizen en nog veel meer. In ieder geval kunnen we je op je hart drukken dat je dit museum zeker niet over moet slaan en er eigenlijk wel een hele dag voor uit kunt trekken en je dan nog niet alles hebt gezien. Naast het War Memorial Museum in Canberra, is dit toch wel één van de mooiste musea die we tot nu toe hebben bezocht.

Voor het laatste avondmaal op het Noordereiland hadden we bedacht om lekker karbonaadjes te bakken, aardappeltjes a la Bash en gebakken brocolli in boter. Het was alleen wel een uitdaging om dat klaar te maken als je slechts één goede braadpan hebt, maar uiteindelijk door de oven te gebruiken om de karbonades verder na te garen, toch maar de brocolli in de aanbakpan gebakken en de aardappeltjes op de goede manier in de antiaanbakpan. Het was even geschuifel met pannen en potten, maar uiteindelijk stond er toch weer een behoorlijke maaltijd op tafel, eet smakelijk!

xx Bash

Foto’s